Veertig jaar geleden maakte Apollo 8 de weg vrij naar de bemande maanlandingen

Lancering Apollo 8 (Copyright beeld: NASA)Lancering Apollo 8 (Copyright beeld: NASA)

Het jaar 1968 was er één voor de geschiedenisboeken. Voor Westelijk Europa was mei ‘68 een historische maand. Het protest van studenten en arbeiders in Frankrijk dwong president De Gaulle bijna tot ontslag. “Mei 68” was tot ver buiten Frankrijk een onuitwisbaar begrip geworden. In het Oosten, achter het IJzeren Gordijn, was in de lente van ’68 werd een eerste pril experiment met het “communisme met een menselijk gelaat” opgezet in Tsjechoslovakije. Maar troepen van de Sovjet-Unie maakten een einde aan die Praagse lente.

Voor de Amerikanen was 1968 een opeenvolging van sombere dagen. De Amerikaanse zwarte dominee Martin Luther King werd vermoord en enkele maanden later werd ook presidentskandidaat Robert Kennedy doodgeschoten. In Viëtnam woedde de oorlog in alle hevigheid. In januari brak totaal onverwacht het Tet-offensief uit. Door het protest tegen de oorlog in Viëtnam stelde de zittende president Lyndon Johnson zich niet opnieuw verkiesbaar. En in Chicago kwam het tot felle rellen bij de conventie van de Democraten waar ze een kandidaat voor de presidentsverkiezingen van november ‘68 moesten aanduiden.

Pas in december ’68 was er positief nieuws voor de Amerikanen: drie landgenoten vlogen naar en rond de Maan en kwamen behouden terug. Voor het eerst waren mensen echt losgekomen van de aantrekkingskracht van de Aarde. Voor het eerst zagen mensenogen de achterkant van de Maan die vanop Aarde altijd onzichtbaar is. En voor het eerst zagen mensen de Aarde opkomen boven de horizon van een ander hemellichaam.

Minder dan twee jaar eerder had het erop geleken dat de gok van president John Kennedy uit 1961 om voor het einde van de decade mensen op de Maan te laten landen en ze veilig terug te brengen faliekant zou aflopen. Op 27 januari 1967 verkoolden Gus Grissom, Ed White en Roger Chaffee bij een test op de grond met een Apollo maancabine.

Maar in oktober ’68 was met Apollo 7 de cabine voor de reis naar de Maan voor het eerst met een driekoppige bemanning in een baan om de Aarde gebracht. Daarbij werd wel een raket gebruikt waarmee de NASA onmogelijk de Maan kon bereiken. Bij de volgende vlucht, Apollo 8, zou dan ook voor het eerst een Saturnus 5 maanraket gebruikt worden om een bemanning te lanceren. Die moest alle onderdelen van het “Maanschip”, met inbegrip van de maanlander, testen maar wel slechts in een baan om de Aarde.

Maar de LEM (Lunar Excursion Module oftewel maanlander) had vertraging opgelopen en kon niet mee met Apollo 8. In de zomer van 1968 dook het gerucht op dat Apollo 8 met een bemanning maar zonder Maanlander rond de Maan zou vliegen, hoofdzakelijk als test voor de Saturnus 5 raket en voor de terugkeer in de aardse atmosfeer.

De Sovjet-Unie had toen duidelijk ook plannen voor bemande vluchten naar de Maan. In maart en in september 1968 lanceerden de Sovjets onbemande Zond-cabines naar onze naaste buur in het heelal. En op 10 november vloog Zond 6 onbemand rond de Maan en landde een week later weer veilig op Aarde. De intenties van de Sovjet-Unie leken duidelijk: een bemande vlucht van kosmonauten was nakend.

De Amerikanen wilden niet nog eens op de valreep “geklopt” worden zoals eerder was gebeurd met Spoetnik 1 en 2, Luna 3, Joeri Gagarin en zijn Vostok 1 en de ruimtewandeling van Alexei Leonov vanuit Voshkohod 1.

Eén dag na de lancering van Zond 6, op 11 november dus, besliste de NASA om Apollo 8 naar de Maan te sturen. De Sovjets lieten een kans voor een bemande vlucht rond of naar de Maan voor het einde van 1968 onbenut. Kosmonaut Alexeï Leonov zou later bevestigen dat hij en andere kosmonauten op de lanceerbasis van Baïkonoer klaar hadden gestaan om die reis te maken. Maar de lancering werd om onduidelijke redenen geschrapt.

Apollo 8 Aarde boven Maan (Copyright beeld: NASA)Apollo 8 Aarde boven Maan (Copyright beeld: NASA)

Op 21 december 1968 vertrokken dan Frank Borman, James Lovell en William Anders naar de Maan. Het was de eerste bemande lancering van een Saturnus 5. Voor het eerst ook haalden drie mensen de ontsnappingssnelheid van 11km/sec (40.000 km/u) waardoor ze ook voor het eerst echt vrijkwamen van de aantrekkingskracht van de Aarde.

Drie dagen later, op 24 december draaiden ze rond de Maan. Het was een spannend moment want de Apollo-cabine moest worden afgeremd terwijl ze achter de Maan om vloog en dus onzichtbaar was voor de vluchtleiding op Aarde. Maar alles verliep vlekkeloos. Tijdens de derde omwenteling, op iets meer dan 100 km boven het vaal gekleurde oppervlak van de Maan zagen zes mensenogen voor de allereerste keer de Aarde verschijnen van achter de horizon van de Maan. Borman beschreef het aardschijfje als het enige plekje in heel het inktzwarte uitspansel dat kleur had.

Op kerstavond las de bemanning van Apollo 8 voor iedereen die het kon zien of horen op Aarde het begin voor van het scheppingsverhaal uit het Oude Testament. Borman, Lovell en Anders draaiden alles bij elkaar in 20 uur tijd tien rondjes rond de Maan. Daarna volgde de terugkeer naar de Aarde, opnieuw een riskante onderneming.

De Apollocabine dook voor het eerst tegen een snelheid van 40.000 km/u in de atmosfeer. Nooit eerder was er een ruimtetuig tegen die snelheid naar de Aarde teruggekeerd. Bovendien kon een kleine vergissing de capsule doen opbranden of doen wegkaatsen op de atmosfeer om onherroepelijk verloren te gaan in het heelal. Maar op 27 december 1968 landde Apollo 8 met Borman, Lovell en Anders veilig en wel in de Stille Oceaan.

Apollo 9 testte dan de hele Apollotrein in een baan om de Aarde. Apollo 10 vloog opnieuw naar de Maan en de maanlander bracht twee bemanningsleden tot op enkele kilometer van het oppervlak. Een half jaar na Apollo 8, eind juli 1969, stapten Neil Armstrong en Buzz Aldrin op de Maan.

Brussel, 19 december 2008

Tekst: Herman Henderickx