Sirius A en zijn partner Sirius B zijn fysieke dubbelsterren. Tot voor kort was het een raadsel waarom zij zulke rare eivormige sterbanen maakten. Sterrenkundige Axel Bonacic Marinovic van de universiteit Utrecht verklaart nader...
Lang geleden was Sirius B een rode reuzenster, vele malen helderder dan Sirius A. Rode reuzensterren verliezen veel massa in de vorm van sterrenwinden. Op het moment dat Sirius B korter bij Sirius A kwam, verloor zij veel meer massa waardoor haar baan excentrischer werd. Zo werd haar baan een alsmaar plattere ellips. Tegenwoordig bedraagt de kortste afstand 8,1 AE en de verste 35,5 AE, ongeveer de afstand van onze Zon tot Uranus. (1 AE =de gemiddelde afstand van de aarde tot de zon of 150.000.000 km). Na een tijd was Sirius B zijn mantel kwijt en bleef er enkel nog een witte dwerg over ter grootte van onze aardbol maar met een massa van één ton per kubieke cm. De omlooptijd bedraagt 50,1 jaar.
Het geval Sirius is maar een van de vele onbegrepen, excentrische banen van dubbelsterren die tot nu toe bekend zijn.
Geschiedenis; in de oudheid was Sirius reeds de beroemdste ster. Sirius, ook de hondster genoemd, komt prominent voor op de lijst van Claudius Ptolemaeus. Tijdens de hondsdagen van 23 juli tot 24 augustus is Sirius voor zonsopgang zichtbaar. De opkomst van “Sopdet” de Egyptische naam voor Sirius, tegelijk met de zon (zogenaamde heliakische opkomst), markeerde in Egypte het begin van het nieuwe jaar. Dit moment gaf ook het begin aan van de jaarlijkse overstroming van de Nijl.
Mattheus Guido