De voorbije nacht heeft 1 seconde langer geduurd dan normaal. Dat komt omdat er een schrikkelseconde werd ingelast. Zo een schrikkelsecnde is af en toe nodig om de officiële tijd en de zonnetijd op elkaar af te stemmen. De seconde werd ingelast op 30 juni 2012, om 23u59m59s UTC. In België komt dit overeen met 1 juli 2012 om 01u59m59s zomertijd .
Na 01u59m59s volgde 01u59m60s en pas daarna was het 02u00m00s.
De basis van de officiële tijd in de wereld is de UTC, de “Universal Time Coordinated”.
De UTC wordt bepaald door een gemiddelde te nemen van de tijd die aangegeven wordt door een 400-tal atoomklokken verspreid over heel de wereld, waarvan er ook 5 in de Konklijke Sterrenwacht van België staan.
Atoomklokken meten de tijd heel precies. De afwijking van de gevoeligste atoomklok op Aarde bedraagt slechts 1 seconde in 3,7 miljard jaar.
Er zijn twee redenen waarom af en toe een schrikkelseconde moet worden ingelast.
De omwentelingssnelheid van de Aarde is niet stabiel, ze heeft een lange termijn vertraging in haar dagelijkse rotatie door de afremmende kracht van de getijden. Deze vertraging veroorzaakt een verlenging van de dag met ongeveer 2 milliseconden per eeuw. Ook vulkaanuitbarstingen en aardbevingen kunnen de rotatiesnelheid van de Aarde beïnvloeden.
Bovendien is de officiële seconde gedefiniëerd als “de duur van 9.192.631.770 periodes van de straling die overeenkomt met de overgang tussen de twee hyperfijne energieniveaus van de grondtoestand van het Cesium-133 atoom”. De overeenkomstige duur van een seconde is een beetje kleiner dan wanneer men de duur van een zonnedag deelt door 86400 (een zonnedag is de tijd die verloopt tussen twee zonneculminaties). Dit heeft als gevolg dat de officiële tijdsschaal UTC een beetje vlugger gaat dan de “aardrotatie klok”. Aangezien de aardrotatie niet kan gecorrigeerd worden, is het noodzakelijk om de UTC regelmatig aan te passen om in overeenstemming te komen met de aardrotatie. In de praktijk bepaalt het IERS (International Earth Rotation and Reference Systems Service) voortdurend het verschil tussen de UTC en de tijd gebaseerd op de aardrotatie, door het waarnemen van culminatietijden van sterren. Het IERS beslist dan of er al dan niet een schrikkelseconde wordt ingevoerd. De eerste keer gebeurde dat in 1972.