Planeten rond sterren eerder een regel dan een uitzondering?

Een internationaal team van astronomen heeft statistisch onderzocht hoe algemeen planeten in ons melkwegstelsel zijn. De conclusie is dat sterren gemiddeld 1,6 planeten hebben, en dat zware planeten (kaliber Jupiter) aanzienlijk schaarser zijn dan lichte (superaardes).

overal planeten... (copyright ESO)overal planeten... (copyright ESO)Sinds het midden van de jaren 90 zijn nu al een 700-tal planeten ontdekt rond andere sterren dan onze Zon. Deze zogenaamde exoplaneten kunnen niet rechtstreeks worden waargenomen omdat ze te zwak zijn en overstraald worden door de ster waar ze rond draaien. Er zijn twee gangbare methoden om planeten rond andere sterren te ontdekken.
De eerste methode maakt gebruik van het feit dat een planeet en een ster rond een gemeenschappelijk zwaartepunt draaien. Hierdoor verandert de relatieve snelheid waarmee de ster zich tegenover ons beweegt voortdurend, en deze veranderingen zijn op te meten via het dopplereffect. Een tweede methode bestaat erin om heel nauwkeurig de helderheid van een ster op te volgen in functie van de tijd. Als een planeet vanaf de Aarde gezien voor de ster schuift, zal ze een deel van het sterlicht tegenhouden waardoor we de ster zien verzwakken.
Met beide technieken worden vooral planeten ontdekt die ofwel zeer zwaar zijn ofwel op een zeer korte afstand van hun ster cirkelen (of beide). Veel planeten worden dus over het hoofd gezien.

Een internationaal team onder leiding van Arnaud Cassan (Institut d'Astrophysique de Paris ) heeft de afgelopen zes jaar met een compleet andere methode naar exoplaneten gezocht. Ze maakten gebruik van gravitationele microlensing. Hiermee is het ook mogelijk om lichtere of verder van de ster afgelegen planeten te ontdekken. Bij deze techniek wordt gebruik gemaakt van het feit dat het zwaartekrachtsveld van een ster als een soort lens fungeert die het licht van een achtergrondster kan versterken. Wanneer er om de ster die als lens fungeert een planeet draait, kan deze een waarneembare bijdrage leveren aan het verhelderende effect op de achtergrondster. De techniek is uiteraard enkel toe te passen als er effectief een achtergrondster is en bovendien moet de planeetbaan de juiste oriëntatie hebben. Het opsporen van planeten via deze techniek is dus verre van eenvoudig. Toch vond het onderzoeksteam op deze manier drie exoplaneten in zes jaar tijd. Dit betekent dat de astronomen ofwel heel veel geluk hebben gehad, ofwel dat aantal planeten in onze melkweg zodanig groot is dat de ontdekkingen bijna onvermijdelijk waren. Rekening houdend met andere onderzoeken concludeert men dan ook dat planeten bij sterren eerder een regel zijn dan een uitzondering.