Navigatie
françaisEerste beelden van de Planck-satelliet
Samen met de Herschel-satelliet werd in mei laatstleden de Planck-satelliet gelanceerd vanaf het lanceerplatform van de ESA in Frans-Guyana. Beide satellieten werden in het Lagrangepunt L2 geparkeerd. Dat punt zich bevindt zich op de as Zon-Aarde op ongeveer 1,5 miljoen km verder van de Zon dan de Aarde. Dit Lagrangepunt is dus een punt dat uitermate geschikt is om het diepere heelal waar te nemen.
De Planck-satelliet moet, als alles volgens plan verloopt, 14 maanden lang de achtergrondstraling van het diepe heelal waarnemen. Door dieper in het heelal te kijken hoopt men zo een beter inzicht te verkrijgen over het ontstaan van sterren en sterrenstelsels en op deze manier bepaalde theorieën over het ontstaan van het heelal te kunnen checken. Ook de kosmische achtergrondstraling wordt door Planck in beeld gebracht. Eerder bestudeerden ook reeds de satellieten COBE en WMAP deze achtergrondstraling maar deze satellieten waren niet in staat om de oerstraling van het heelal even gedetailleerd te tonen.
De Planck-satelliet heeft zopas zijn eerste complete hemelkaart doorgestuurd naar de Aarde. Het is uiteraard nog wachten op een grondige wetenschappelijke analyse ervan, en deze klus zal zeker nog een hele tijd in beslag nemen.
Op de vrijgegeven foto is duidelijk, dwars doorheen het centrum, een afbeelding van de Melkweg te zien, en juist erboven is een zone waar te nemen die uit koude stof bestaat, waaruit de sterrenstelsels worden gevormd.
Minder spectaculair maar niet minder intrigerend zijn de vlekken boven- en onderaan, die een beeld geven van de kosmische achtergrondstraling, zoals gesteld een overblijfsel van de Oerknal. Het patroon van deze vlekken is een afspiegeling van de dichtheidsverschillen die kort na de Oerknal in de oermaterie bestonden. Het is precies uit deze dichtheidsverschillen dat uiteindelijk sterrenstelsels zijn kunnen ontstaan.
Men verwacht tegen eind 2012 nog een viertal van dergelijke gedetailleerde kaarten. Een eerste analyse wordt verwacht tegen januari 2011. In 2012 hoopt men het meest volledige overzicht van de kosmische achtergrondstraling te kunnen publiceren. De Planck-satelliet zal dan met brio zijn opdracht hebben vervuld.
Bron: "ESA News
Tekst: Emiel Beyens