In de loop der jaren zijn vele filters bedacht om de zon waar te nemen tijdens een eclips. Sommige daarvan helemaal veilig, andere levensgevaarlijk.
Een veilige filter beschermt immers niet enkel voor het felle zichtbare licht, maar ook voor de even schadelijke ultraviolette (UV) en infrarode straling. Het eerste is makkelijk vast te stellen: wanneer men verblind wordt door het zonlicht is de filter ongeschikt. Het tweede is eigenlijk gevaarlijker, want omdat UV en IR onzichtbaar zijn stelt men het gevaar van onveilige filters pas vast als het te laat is (netvlies verbrand door IR, cataract door UV op lange termijn).
Voor wie gewoon met het blote oog de zonsverduistering wil volgen (maar ook om de grootste zonnevlekken te zien) kan het makkelijkst een gewoon eclipsbrilletje aanschaffen.
Op MIRA zijn ze te koop aan 2 euro/stuk. U kan ze VANAF NU ENKEL NOG ter plaatse op MIRA komen kopen (te laat om ze nu nog via overschrijving te bestellen, het risico is te groot dat ze niet meer op tijd geleverd worden)..
(Wie meer dan 20 stuks wil bestellen, informeert best eerst even naar onze verlaagde prijzen!)
Update 9 maart: onze voorraad is nagenoeg uitverkocht (enkel nog kleine hoeveelheden -max. 20 stuks- ter plaatse te kopen), maar u kan informeren bij de collega's van de andere Vlaamse Volkssterrenwachten.
De donkerste variëteiten glas die gebruikt worden om te lassen kunnen ook probleemloos gebruikt worden om de Zon te bekijken. Let dan wel op de aanduidingen die er opstaan: een waarde van 12 is veilig maar geeft nog een té felle zonneschijf, een versie van 14 is ideaal (of twee glazen met factor 7 achter elkaar, dat is equivalent aan één van 14).
Een verrekijker of telescoop kan gebruikt worden om een beeld van de Zon te projecteren op een blad papier. Indien men hiervoor een verrekijker gebruikt, is het best om één van beide helften af te dekken (anders ziet men twee overlappende zonsbeeldjes op de projectie). De projectiegrootte hangt natuurlijk af van de lichtsterkte van de kijker (diameter van de lens of spiegel): hoe groter men projecteert, hoe zwakker het beeld wordt.
Met een doorsnee verrekijker projecteert men best een beeld van 4-6 cm grootte. Om het contrast te verbeteren kan men een stuk karton rond de verrekijker bevestigen, zodat het projectiebeeld in de schaduw valt.
En wie het helemaal groots wil aanpakken kan de ganse achterkant van de verrekijker in een kartonnen doos plaatsen, met enkel één uitsparing om er in te kunnen kijken.
Wie toch doorheen de telescoop wil waarnemen, moet steeds een filter vóór de telescoop plaatsen (nooit ter hoogte van het oculair). Op deze manier wordt het schadelijke licht tegengehouden vooraleer het in het instrument aankomt. We heten dit een objectief-zonnefilter (in tegenstelling tot de af te raden oculair-zonnefilters).
Objectiefzonnefilters kan men kant-en-klaar kopen: stevige glasfilters (met één of meerdere laagjes chroom o.i.d. erop gedampt) of soepele kunststof-filters. Deze laatste kan men echter ook zelf construeren, tegenwoordig vooral op basis van de zogenaamde AstroSolar-zonnefilter van de Duitse firma Baader. In de gespecialiseerde telescoopwinkels vindt men vellen A4-formaat voor minder dan 25 euro (ruim genoeg voor de telescoop en ook nog eens beide lenzen van uw verrekijker).
Vaak worden ook CD'tjes of DVD's gebruikt om eclipsen waar te nemen. Sommige types (zeker de oudere soorten) filterden tamelijk goed, maar dit is volstrekt onvoorspelbaar en dus onbetrouwbaar.
Toen onze "moderne" eclipsbrilletjes nog niet bestonden, werd er vaak gebruik gemaakt van een zogenaamd "roetglas": een stukje glas werd boven een kaarsvlam gehouden, en de zwart roet maakte het geheel tot een redelijk geschikte filter. Dat laagje roet is echter nogal delicaat, dus ook deze methode kan men beter vermijden.
Ook dit waren eertijds populaire filtertechnieken. Helaas wordt er steeds minder zilver gebruikt in fotonegatieven en röntgenplaten zodat ook de filterwerking van deze producten (nog) onveiliger geworden zijn. Zelfs al lijkt de filter op het oog donker genoeg, dan nog kan de hoeveelheid doorgelaten UV of infrarood groot genoeg zijn om een gevaar voor het oog te vormen.
Bij goedkope telescoopjes (vaak uit de supermarkt) kan het gebeuren dat er een zonnefiltertje bijgeleverd wordt dat op het oculair geschroefd dient te worden (dus achteraan de telescoop). De filter komt daardoor echter ongeveer in het brandpunt te liggen, waar alle zonlicht (warmte!) door de telescoop geconcentreerd wordt waardoor het glas van de filter gaat uitzetten. Dit is dus enkel bruikbaar indien men steeds héél korte tijd de Zon waarneemt, waarna de telescoop verdraaid wordt zodat de filter terug kan afkoelen. Deze oculair-zonnefilters zijn dus enkel te gebruiken door ervaren waarnemers, maar werden helaas standaard geleverd bij beginners-telescopen.
Gelukkig hebben de meeste producenten stilaan begrepen dat dit té gevaarlijk is.