MICROCOSM, het bezoekerscentrum van CERN

In 1993 en 1994 trokken we met een groep medewerkers van Mira op sterrenkunde-kamp naar de Franse Jura; het dorpje Chapelle-des-Bois meer bepaald. Gezien de landelijke aard van het plaatsje waren de ontspanningsmogelijkheden nogal beperkt, en werd op een goede dag besloten een bezoek te brengen aan 'Microcosm', de permanente tentoonstelling van het kernfysica-onderzoekscentrum CERN (Centre d'Etudes et de Recherches Nucléaires). Het is gelegen aan de Frans-Zwitserse grens, nabij Genève. Het feit dat de toegang er gratis is, was natuurlijk mooi meegenomen.

Rechts een overzicht van de hoofdcampus van CERN, met MICROCOSM. Hieronder een deel van de tentoonstelling.

Deeltjesfysica

Ter plaatse komt de bezoeker terecht in een imposante tentoonstellingsruimte, waar allerhande proefjes en maquettes staan opgesteld die de werking van het centrum en een aantal basisgegevens van de deeltjesfysica verduidelijken. Zeker een van de meest opvallende opstellingen is de dubbele vonkenkamer, waarin hoog-energetische deeltjes van de kosmische straling een gloeiend spoor achterlaten. De vonkenkamer bestaat uit geleidende platen die op een hoogspanning worden gezet bij doorkomst van een deeltje. Hierdoor wordt, langs het pad van het deeltje, een vonkenspoor veroorzaakt (een miniatuur bliksem als het ware). Jammer van de hoge prijs van het ding (zo'n 7500 euro), anders zou dit een instrument bij uitstek zijn voor de sterrenwacht.

LEAR (Low Energy Antiproton Ring).LEAR (Low Energy Antiproton Ring).Even verder wordt de werking van de deeltjesversnellers van het CERN uitgelegd, in het bijzonder deze van de LEP (Large Electron-Positron ring), waarin elektronen en hun tegenhangers, positronen, door magnetische en elektrische velden worden versneld in een dunne, gigantisch grote ring (ong. 29 km). Deze twee deeltjesbundels bewegen in tegengestelde zin, en botsen op vaste punten langs de omtrek van de ring tegen elkaar, op plaatsen waar de detectoren staan opgesteld. Vooraleer de exporuimte te betreden staat er trouwens een maquette die een dwarsdoorsnede van de LEP voorstelt.

Tegenwoordig (het laatste decennium) gebeurt de detectie van deeltjes bij botsing volledig elektronisch, maar dit was niet altijd het geval. Oorspronkelijk gebeurden de botsingen in een zogenaamd "bellenvat"; een cilinder gevuld met een net-niet-kokende vloeistof. Wanneer een deeltje door een dergelijke cilinder vliegt, ontstaan belletjes (zoals in kokend water) en deze werden gefotografeerd. Zo kon men met relatief eenvoudige middelen de toch al minuscule elementaire deeltjes detecteren.

Omdat sinds het bouwen van de versneller massa's foto's zijn gemaakt, zijn er exemplaren (grote negatieven eigenlijk) beschikbaar voor de bezoekers. Naast deze grabbelton staat ook een meettafel die, voor het elektronische tijdperk, werd gebruikt om de deeltjessporen te meten en de eigenschappen van de deeltjes vast te stellen. Een tip: buiten de eigenlijke tentoonstelling staat er nog een werkend bellenvat. Vergeet niet dit na afloop van het bezoek nog even op te zoeken.

Verder in de zaal staan nog enige plasmabollen (zoals in de inkomhal van de sterrenwacht, maar dan groter), en is er een klein filmtheater waar een aantal aspecten van de deeltjesfysica worden verduidelijkt.

Een opname in de tunnel met de LEP-versnellerEen opname in de tunnel met de LEP-versneller

Sterrenkunde en ruimtevaart

Tenslotte is er de afdeling over sterrenkunde - de tentoonstelling behandelt de samenhang tussen deeltjesonderzoek en andere onderdelen van de natuurkunde. CERN is een samenwerkingsverband tussen een heleboel Europese landen, net zoals de ESO (Europese Zuidelijke Sterrenwacht in Chili) en de ESA (het Europese Ruimtevaartagentschap). De resultaten van beide laatste komen dan ook uitgebreid aan bod. Heel indrukwekkend vonden we de maquettes van de diverse (ook toekomstige) Europese ruimtetuigen. Toen wij op bezoek waren hingen er ook modellen van de Cluster-missie, die jammer genoeg iets te letterlijk de lucht invlogen bij de mislukte eerste lancering van Ariane 5.

Ook Giotto, één der eerste grote successen van de Europese ruimtevaart hing er, samen met een massa beelden van Komeet Halley. Als amateur-astronomen stonden we vol verbazing voor de muurgrote foto van de Melkweg. Vanuit Chili werden alle delen van de Melkweg met hoog oplossend vermogen gefotografeerd, waarna een indrukwekkend composietbeeld werd samengepuzzeld (een verkleinde poster-versie ervan vindt U bij het boek "Exploring the Southern Sky", van Laustsen, Madsen en West). Ook Supernova 1987A werd uitgebreid bestudeerd door de ESO-astronomen, en de resultaten hangen dan ook veelvuldig in de expo.

Praktisch

Het bezoekerscentrum is gelegen vlakbij de hoofdingang van CERN (ingang A). Het is best bereikbaar vanuit Genève. Met de wagen neemt U vanuit het centrum de "Route de Meyrin", richting St. Genis. De ingang ligt vlak vóór de grens, aan de linkerkant van de weg. Met het openbaar vervoer: bus 9 (met aanduiding CERN) vanuit het centrum van Genève, die er ongeveer 20 minuten over doet.

Telefoonnummer: 00 41 22 767 2210
Fax: 00 41 22 785 0801
Website: CERN