The Science House Column 002: Zeg nooit nooit

Zeg nooit nooit

“We zullen nooit in staat zijn om op wat voor manier dan ook hun chemische samenstelling of mineralogische structuur te bestuderen”. De Franse filosoof Auguste Comte zag het in 1835 duidelijk niet zitten om iets te weten te komen over de sterren.

Ze stonden gewoon te ver. Weliswaar had men toen niet het besef hoe echt gru-we-lijk ver die sterren stonden, maar de afstanden die ze vermoedden waren toen al om wanhopig van te worden. Onze Auguste had dus alle reden om te denken dat het onmogelijk was om zelfs met een flitsende stoomtrein even een retour ticket richting ster te nemen om daar een schepje sterrenstof te halen. Trouwens, ook in het licht van onze huidige technologie en kennis is die wanhoop (voorlopig) gerechtvaardigd.

Maar Auguste trok er de verkeerde conclusie uit. Hij ging er van uit dat wij naar daar moesten gaan om informatie over de ster te weten te komen. Hij vergat daarbij echter dat die ster al naar hier gekomen is. Niet de ster zelf, maar wel haar fotonen, haar licht dus.

Leuk, denk je – die had ik ook kunnen bedenken. Ja, die fotonen zijn hier – dat is ook de reden waarom ik die ster in mijn telescoop zie. Maar veel ben ik daar niet mee.

Dat zou je denken… Een kleine tweehonderd jaar eerder had Isaac Newton een leuk spelletje uitgevonden. Als je wit licht door een prisma liet gaan, dan kreeg je aan de andere kant een mooi kleurenpalet dat van blauw heel geleidelijk overliep tot rood: een kleurenspectrum. Heel leuk, gratis kleurencinema. Maar wat ben je ermee ?

Heel veel. Een pientere kerel bekeek het kleurenspectrum van de Zon een beetje meer in detail en ontdekte dat het verlopen van de kleuren niet zo mooi geleidelijk ging: er zaten soms zwarte lijnen in. Die zwarte lijnen betekenden dus dat er bepaalde kleuren verdwenen waren. Na wat nadenken en wat gerommel in het laboratorium kwam men erachter dat bepaalde atomen bepaalde kleuren absorberen. Als licht van de Zon of een andere ster zwarte lijnen vertoont, dan kan je ervan uitgaan dat het licht gepasseerd is door gas van atomen die licht absorberen op die lijn. Het kleurenspectrum van sterrenlicht bevat met andere woorden informatie over de gassen waar het uitgestraalde licht door is gegaan…

En zo kunnen we wél te weten komen waaruit sterren samengesteld zijn.

Auguste Comte leefde in een tijd van de opkomst van de stoomtreinen. Een tijd waarin men zich zorgen maakte over het effect op het menselijk lichaam als dit onderworpen werd aan duizelingwekkende snelheden van 30 km per uur en méér! Hij kon natuurlijk moeilijk voorspellen wat we nog allemaal zouden ontdekken. Hij sloeg de bal lelijk mis, maar dat doet eigenlijk iedereen die zo overmoedig is de toekomst te willen voorspellen. Lord Kelvin (ja inderdaad, die van), eminent natuurkundige, had zelfs beweerd dat het volgens de wetten van de fysica onmogelijk was om een voertuig uit staal te maken dat vliegt: ijzer is gewoon zwaarder dan lucht…

Niels Bohr, grondlegger van de kwantummechanica, en uiteindelijk ook filosoof (dit is een noodzakelijke evolutie als je theoretisch natuurkundige bent…), wist het al: “Voorspellen is moeilijk, vooral als het om de toekomst gaat.”

Tekst: Ignaas Declercq, The Science House