De naam Louis Godin zegt de meeste lezers misschien niet veel. En als je de naam opzoekt, verwijst men altijd naar zijn geodetische expeditie naar Peru en Ecuador, soms ook naar zijn functie als directeur van het Zeemacht Observatorium in Cadiz, Spanje. In beide gevallen gaat het om activiteiten buiten Frankrijk.
De jaren in Parijs
Louis Godin studeerde astronomie in het Koninklijk College in Parijs en werd later ook opgenomen als lid van de Academie des Sciences. Hij schreef er eerst maar een paar kleine artikels en kreeg daarna de opdracht voor het uitgeven van de “Mémoires de l'Academie des Sciences” voor de jaren 1666-1730. Vanaf 1730 tot 1735 werkte hij aan de officiële astronomische efemeriden.
Onder het bewind van Lodewijk XIV en Cassini van de Parijse sterrenwacht werd al opgemerkt dat één graad in het noorden van Frankrijk niet even lang is dan in het zuiden van Frankrijk. Volgens Newton was de Aarde geen perfecte bol maar wat afgeplat. Logischerwijze besliste de Academie daarom een expeditie op touw te zetten om de breedtegraad te gaan meten aan de evenaar om die daarna te vergelijken met geodetische metingen in Frankrijk zelf. Louis Godin zou de leider van de expeditie worden.
Het belang van een juiste meting
Dit alles situeerde zich in de periode van Lodewijk XV en de Cassini-dynastie, een astronomenfamilie waarvan gedurende 120 jaar vier maal iemand het tot directeur van de Parijse Sterrenwacht had geschopt. Het was de tijd dat men overal precieze geodetische metingen verrichtte. En Lodewijk XV zei ooit dat hij aan zijn astronomen meer land was kwijtgeraakt dan aan een rampzalig verlopen oorlog.
De metingen in Frankrijk waren al gedaan maar werden nog eens preciezer uitgevoerd op het einde van de 18e eeuw door Pierre Méchain en Jean-Baptiste Delambre en nog later vervolledigd door Francois Arago.
Deze metingen zouden uiteindelijk leiden tot het bepalen van de standaardlengtemaat : de meter (zie MIRA Ceti 2011 nummer 4 en MIRA Ceti 2012 nummers 1,2 en3).
Op expeditie naar de Nieuwe Wereld
In 1735 begon Louis Godin aan de nieuwe expeditie in opdracht van de Academie des Sciences. Hij werd daarbij vergezeld door nog andere wetenschappers. Zo was er Pierre Bouguer (1698-1758), astronoom, geodeticus, professor in mathematica, en uitvinder van de Heliometer, het meetinstrument dat Frierich Bessel gebruikte voor de eerste meting van een sterparallax in 1838. Ook Charles-Marie de la Condamine (1701-1774), militair, onderzoeker, mathematica en astronoom was van de partij, alsook de botanist Joseph de Jussieu (1704-1779) die nog 35 jaar in Peru zal blijven en er interessant botanisch werk verricht. De Spaanse koning gaf ook nog twee Spaanse schippers mee, en voorts waren er nog wat werklieden en matrozen mee aan boord. En vanuit La Rochelle vertrok dit gezelschap naar Santo Domingo, waar ze gedurende zes maanden allerhande waarnemingen deden.
Tijdens de expeditie sprong Godin nogal kwistig en extravagant om met het beheer van de financiën en hij kreeg het aan de stok met zijn Franse collega's. Tussen hen is het nooit meer goed gekomen.
Uiteindelijk trokken ze verder naar Peru waar ze in 1736 aankwamen.
La Condamine ontdekte er dat uit de rubberboom een substantie kan verzameld worden die nuttig kan zijn voor het vervaardigen van soepele producten. Dat zou het begin betekenen van de hele rubberindustrie, en één van de eerste toepassingen daarvan was het condoom. Ze reisden verder naar Quito dat nu in Ecuador ligt, maar toen deel uitmaakte van het grotere Peru. Tijdens rondreizen ontdekte La Condamine samen met de botanist de Jussieu de plant Kina waaruit men kinine kon halen. Ze stelden bij de lokale bevolking vast dat het medicinale werkingen had tegen koorts. La Condamine leidde hieruit af dat het wel eens gebruikt kon worden tegen malaria, en hij gaf zijn conclusie door naar Frankrijk. Gedurende nog tweehonderd jaar werd het verder gebruikt en heeft aan miljoenen mensen het leven gered.
Tijdens hun uitstappen en het bezoeken van vele verschillende markten kwam La Condamine op het idee om een universele standaard van maten en gewichten te introduceren. Dat deelde hij ook mee aan Frankrijk, en dat is misschien wel het begin geweest voor het bepalen van de meter en de andere standaardeenheden.
Het meten van de Aarde
Na anderhalf jaar trokken ze uiteindelijk de Andes in voor de geodetische metingen. De ondertussen hoogoplopende spanningen en ruzie tussen Godin enerzijds en Bouguer en La Condamine anderzijds bleven de expeditie hinderen. In zoverre dat Godin met de Spanjaarden metingen deden die daarna nog eens overgedaan werden door de andere Franse wetenschappers. Daar kwam bij dat ze ook nog last kregen van hoogteziekte toen ze merkpunten gingen uitzetten op hoogtes van vier à vijfduizend meter. Hoogteziekte was toen nog niet gekend, en ze dachten dat het door uitputting kwam. Ze keerden dan telkens terug naar hun kamp dat lager gelegen was, rustten uit en werden weer beter. Ze hebben dus nooit kunnen vaststellen dat de echte oorzaak hoogteziekte was.
Ze deden er vier jaar over om alle merkpunten te bereiken en hun geodetische metingen precies uit te voeren. Daarna deden ze er nog drie jaar over om hun precieze coördinaten te meten van begin en eindpunt t.o.v. de sterren. Daaruit konden ze dan afleiden hoelang de breedtegraad is die ze verwerkt hadden. Ze hadden daarbij wel alle hoeken opgetekend voor verdere berekeningen, maar welke de basislijn van hun metingen was en de lengte ervan wordt nergens vermeld...
In 1745 eindigt de expeditie, na bijna tien jaar i.p.v. de voorziene drie jaar.
Na de expeditie
Om onbekende redenen bleef Godin nadien in Peru. De andere Franse wetenschappers keerden terug naar Frankrijk. Ook de Spanjaarden keerden terug naar hun vaderland en publiceerden er in 1748 de gegevens van de reis en de geodetische metingen, en daarmee ook het belangrijkste werk van Godin. Die was intussen wiskundeprofessor geworden aan de universiteit van Lima.
Op aanbeveling van zijn twee Spaanse expeditiegezellen werd Godin kort nadien, in 1747, directeur van de sterrenwacht van Cadiz.
Er wordt weleens verteld dat hij nooit meer naar Frankrijk terugkeerde, maar dat is niet helemaal juist. Hij ging nog een jaar naar Parijs om er zaken te regelen met de Academie. Maar daarna keerde hij terug naar Cadiz, waar hij nog waarnemingen deed o.a. van de komeet Halley in 1759. Maar zijn gezondheidstoestand werd slechter en in 1760 stierf Godin in Cadiz.
De betekenis van Godin
Er is weinig eigen geschreven werk van Godin overgebleven, zijn belangrijkste werk werd door zijn Spaanse collega's geschreven. Misschien was nu net dat zijn grootste verdienste dat hij van zijn Spaanse metgezellen volleerde experten in de observatie en de mathematica gemaakt heeft door die jarenlange samenwerking. Juan en Ulloa hebben hierdoor een volledige beschrijving kunnen gegeven van de methodes voor het meten van drie breedtegraden, rekening houdend met atmosferische refracties.
De expeditie die Godin geleid heeft wordt wel eens de belangrijkste van alle expedities genoemd, omdat er de basis werd gelegd voor de moderne wetenschap en samenleving.
Op de Maan is een 35 km grote krater naar Godin vernoemd. En misschien symbolisch bevinden de Maankraters Bouguer (22 km) en La Condamine (37 km) zich daar heel ver vandaan.
Tekst: Rik Blondeel, oktober 2017